Bhai
Veer Singh was een dichter, geleerde en schriftverklaarder. Hij was een
hoofdpersoon in de Sikh herleving en in de beweging voor de heropleving
en vernieuwing van de literaire Sikh tradities. Zijn betrokkenheid bij
alle belangrijke zaken van het Sikhisme was zo groot dat hij al vroeg in
zijn carričre als Bhai, broeder van de Sikh Orde, werd vereerd. Voor
zijn grensverleggende werk op verschillende gebieden wordt hij erkend
als schepper van de moderne Punjabi literatuur.
Vroege
leven:
Geboren op 5 december 1872 te Amritsar, was Bhai Veer Singh oudste van
de drie zonen van Dr. Charan Singh. De familie vindt zijn afkomst terug
in Diwan Kaura Mall (1752), waar zijn grootvader de positie als
vicegouverneur van Multan had (onder de gouverneur Nawab Mir
Mu’in-ul-Mulk) met de titel ‘Maharadja Bahadur’. De grootvader van Bhai
Veer Singh, Baba Kahn Singh (1788-1878) was wellicht de eerste in de
familie die ingewijd is in het Sikhisme volgens Khandé-di-pahul (Sikh
inwijdingsceremonie). Hij doorbracht zijn hele jeugd in Sikh centra in
Haridwar en Amritsar waar hij de traditionele Sikh opleiding volgde. Op
veertig jarige leeftijd werd hij gehuwd. Bedreven in Sanskrit en Braj,
evenals in de oosterse geneeskunde (zoals Ayurveda, Siddha en Yunani),
gaf Baba Kahn Singh zijn interesses door aan zijn enige zoon, Dr. Charan
Singh. Naast het feit dat Dr. Charan Singh een Braj dichter, Punjabi
prozaschrijver, musicoloog en lexicograaf (schrijver van een
woordenboek) was, nam hij veel belangstelling in de zaken van de Sikh
gemeenschap en ervaarde hij een nieuwe drang naar het herstellen evenals
verandering binnen de gemeenschap.
Naast
deze vaderlijke erfdeel, had Bhai Veer Singh ook van zijn moeders kant
een levende bloedverwantschap met een andere rijke traditie. Deze
traditie betreft een beurs in schriftverklaring van de Giani school, wat
teruggaat naar de tijden van Guru Gobind Singh. Zijn grootvader van
moederszijde, Gina Hazara Singh, had een woordenboek samengesteld van de
Guru Granth Sahib, en heeft een verklaring geschreven op de ‘Varan’ van
Bhai Gurdas. Als scholier besteedde Bhai Veer Singh veel van zijn tijd
in het gezelschap van Giani Hazara Singh, onder wiens begeleiding hij
niet alleen de talen Punjabi, Sanskrit, Perzisch en Braj leerde, maar
ook training kreeg in de wetenschappen van de Sikh geschriften, zowel
theoretisch als praktisch.
Punjab
in de tijd van Bhai Veer Singh’s geboorte:
Bhai Veer Singh was het kind van een onrustig tijdperk. Het uitsterven
van de Sikh heerschappij in Punjab, de ondergang van voorspoed van
Sikhs, het geleidelijke totstandkoming van de stedelijke middenklassen,
het verdrijven van de nationaal intellectuele leven in Punjab. Met als
gevolg de verwaarlozing en verslechtering van het inheemse systeem waar
mensen op de hoogte gebracht worden over hun politieke en spirituele
lot. Hierdoor waren Sikhs bezorgd over hun overleven en het opnieuw
handhaven van de aspecten van hun geloof, die onder aanval staan. Met
deze ontwikkelingen, ontstond er invloed van de Brahmaanse Hindu Sociale
Orde die de Sikh literaire en wetenschappelijke tradities gebruikten met
de Sanskrit oudheid. Het associëren van mythes rond de levens van de
Sikh Gurus, waarbij er sprake is van het combineren van fictie met
historische feiten en het verweven van Vedantic en Vaisnavite motieven
in de essentiële leer van het Sikhisme waren hun regressieve
karakteristieken. Dit geval dwongen de Sikhs te reageren op deze
uitdagingen en verschenen er vele Sikh-bewegingen zoals: Nirankari
beweging (het beklemtonen van strikte hechting aan de Sikh principes
in het sociale leven), Namdhari beweging (agressieve oppositie
tegen de kolonialisten), Singh Sabha beweging (de aanvallen op
Sikh principes op intellectueel niveau bestrijden en tegelijkertijd ook
voorlichting geven op massaniveau) en Panch Khalsa Diwan
(agressief verzet tegen aanvallen op Sikh principes).
Onderwijs en huwelijk:
Bhai
Veer Singh had het voordeel dat hij geschoold was in zowel het
traditionele Sikh systeem als de moderne Engelse universiteitsopleiding.
Hij heeft de Perzische en Urdu taal geleerd van een Maulavi in een
moskee en was een leerling van Giani Harbajan Singh, een traditionele
hoofdgeleerde, van wie hij de ingewikkeldheden en fijne kneepjes van de
Sikh literatuur leerde.
Hij werd toen lid van de Church Mission School in Amritsar en nam zijn
toelatingsexamen in 1891. Op school bleek dat de bekering van sommige
studenten een moeilijke ervaring was, wat zijn eigen godsdienstige
overtuiging versterkte. Van de christelijke pastoren met nadruk op
literaire middelen, leerde hij hoe effectief het geschreven woord kon
zijn als betekenis van het informeren en het beďnvloeden van de diepste
bewustzijn van een persoon. Tijdens zijn Engelse cursussen, maakte hij
zichzelf bekend met moderne literaire vormen, vooral korte gedichten.
Hoewel nog steeds op school, werd Bhai Veer Singh op 17 jarige leeftijd
gehuwd aan Chatar Kaur, dochter van Sardar Narain Singh uit Amritsar.
Literaire carričre:
In tegenstelling tot opgeleide jonge mannen van zijn tijd, was Bhai Veer
Singh niet verleid door een kans op een carričre in overheidsdienst. Hij
voelde zich geroepen als schrijver en creëerde fysieke voorwaarden voor
zijn vastberaden achtervolging.
Een jaar
na het halen van het toelatingsexamen, had hij een lithografiepers
opgezet samen met Bhai Wazir Singh, een vriend van zijn vader. Zijn
eerste werk op literair gebied was het samenstellen van enkele
Aardrijkskunde handboeken voor scholen.
Prijzen:
Bhai Veer Singh werd geëerd met de Sahitya Academische Award in 1955 en
de Padam Buhushan Award in 1956.
Taal als
middel om de culture identiteit te behouden:
Bhai Veer Singh legde de nadruk op:
·
De
unieke aard van het Sikhisme kan onderhouden en verstevigd worden door
de Sikhs bewust te maken van hun afzonderlijke theologische en culturele
identiteit.
·
Hij
richtte zich op het heroriënteren van de Sikhs’ opvattingen over hun
geloof op zo’n manier om hun te helpen de verschillende moderne
invloeden van hun historische herinneringen en cultureel erfgoed gelijk
te maken.
Scholing
van de massa’s was de eerste vereiste om de doelstellingen te behalen.
Ondertussen was het oude onderwijssysteem, dat tot die tijd gediend had
als communicatiekanaal van de traditionele kennis aan de jeugd van de
gemeenschap, komen te vervallen. Dit gebeurde met de terugtrekking,
onder het Britse stelsel, van staatsbescherming tot inlandse
stichtingen.
Bhai
Veer Singh, die door zijn vastberaden beschaafdheid van de Punjabi taal,
als medium van zijn theologische, wetenschappelijke en creatieve werk,
loste de culturele dilemma op die de Sikhs onder ogen zagen bij de
eeuwwisseling. In dit schrijven lag het begin van moderne Punjabi proza.
Werken:
Bhai Veer Singh nam geleidelijk actief belangstelling in zaken van de
Singh Sabha beweging. Om zijn planning en bedoelingen te promoten,
richtte hij in 1894 de ‘Khalsa Tract Society’ op. De overeenkomsten die
geproduceerd zijn door de Khalsa Tract Society introduceerden een
realistische Punjabi schrijftaal, opmerkelijk voor het lichte gevoel en
een verse uitdrukking. In november 1899 begon hij een wekelijkse Punjabi
krant, de ‘Khalsa Samachar’, die nu nog steeds regelmatig uitkomt. Hij
was omgeven door de belangrijkste promotors, zoals Chief Khalsa Diwan,
Sikh Educational Society en de Punjab & Sind Bank. Interesse in
bedrijfsactiviteiten gericht op de ontwikkeling van de maatschappij was
Bhai Veer Singh’s voornaamste zorg, gelijktijdig met zijn creatieve en
geleerde bezigheden.
De
Khalsa Tract Society maakte regelmatig goedkope advertenties beschikbaar
over de Sikh theologie, geschiedenis en filosofie, en over sociale en
religieuze hervormingen. Via zijn krant hield hij levendig contact met
een steeds groter wordende groep lezers.
Hij
gebruikte de Nirguniara als middel voor zelfexpressie en sommige van
zijn grote verzamelde werken zoals de dichtwerk ‘Rana Surat Singh’, de
roman ‘Baba Naudh Singh’, en de levens van de Guru’s ‘Sri Guru Nanak
Chamatkar’ en ‘Sri Guru Kalgidhar Chamatkar’ werden oorspronkelijk in
series geplaatst als artikelen in de krant.
Bhai
Veer Singh begon in de literatuur als schrijver van Sikh
romanceverhalen, die voorlopers waren van de Punjabi roman. Zijn
geschriften in dit genre - ‘Sunari’ (1899), ‘Satwant Kaur’
(gepubliceerd in twee delen, 1 in 1900 en 2 in 1927) – waren gericht op
de heldentijd (18e eeuw) van de Sikh geschiedenis. Door deze
romans stelde hij zijn lezers typische voorbeelden van dapperheid,
vastberadenheid en de waardigheid van de mens.
Het boek
‘Subhagji da Sudhar Hathin Baba Naudh Singh’, algemeen bekend als ‘Baba
Naudh Singh’ (in series verschenen in de Nirguniara vanaf 1907 en in
boekvorm gepubliceerd in 1921) deelt samen met het boek ‘Rana Surat
Singh’ (welke hij twee jaar eerder in series heeft gepubliceerd), Bhai
Veer Singh’s fascinatie voor een thema waar een weduwe een wanhopige
drang heeft om herenigd te worden met haar overleden echtgenoot. Maar in
‘Baba Naudh Singh’ was deze zoektocht van de weduwe meer in een
alledaagse omgeving. Dat is erg belangrijk. Het verhaal is hier
realistischer en is uit dezelfde tijd wat meer aanspreekt. Bhai Veer
Singh verwerkte een groot aantal motieven in het verhaal van moraal
onderwijs van maatschappelijke hervormingen en religieuze preken, en
beschrijft verschillende situaties over onderlinge contact en botsingen
tussen de stad en het platteland. In 1905, publiceerde Bhai Veer Singh
‘Rana Surat Singh’ in een reeks van series verspreid over periodes.
‘Rana Surat Singh’ was het eerste Punjabi epos, geschreven in
niet-rijmende verzen van de Sirkhand exemplaren. Dit lange verhaal van
meer dan 14.000 regels is een buitengewoon fantasierijke ontlokking van
de situatie van de Sikhs door een symbolisch verhaal van een koningin
die weduwe is en de zoektocht naar haar verloren paradijs. De spirituele
reis van de koningin Raj Kaur, de hoofdfiguur van het gedicht, van de
uiterlijke feiten tot de innerlijke kern is beschreven door Bhai Veer
Singh in de vorm van een spirituele bestijging.
Naast
het feit dat ze haar aardse noodlot van lijden en pijn moet uitleven,
symboliseert zij het totale karakter van het Sikh volk op het historisch
moment wanneer zij oprezen uit hun gevoel van verslagenheid en wanhoop,
in een tijdperk van een nieuw begin.
De
zoektocht van Bhai Veer Singh naar nieuwe vormen van expressie gaat
verder. Al snel na de publicatie van ‘Rana Surat Singh’ in boekvorm in
1919, richtte hij zich op korte gedichten en poëzie. Vlak na elkaar
kwamen ‘Dil Tarang’ (1920), ‘Earel Tupke’ (1921), ‘Matak Hulare (1922)
en ‘Bijlian de Har’ (1927). In 1953 verscheen ‘Mere Sayian Jio’ (1953).
In deze poëzie waren de belangen van Bhai Veer Singh meer theologische
en filosofische kunstvormen dan onderwijzend, bovennatuurlijk of
symbolisch. Bhai Veer Singh heeft ook Rubai (vorm van poezie) in het
Punjabi ingeburgerd, wat hij van de Perzische taal heeft geleend. Door
het samenvoegen van Soratha en Sirkhandy vormen op niet-rijmende Engelse
verzen, maakte hij de weg open voor vrijzinnige Punjabi gedichten.
Toevallig was het eerste stuk geschreven in Punjabi, ‘Raja Lakhdata
Singh’ (1910) dat ook kwam van de pen van Bhai Veer Singh. Hoewel
hypothetisch, het stuk toonde de vermogen van de auteur om heldere en
geestige dialogen te combineren. Terugkeer van Raj Bhasa naar Punjabi
als de belangrijkste middel van Sikh literaire en wetenschappelijke
expressie, creëerde de behoefte naar nieuw materiaal zoals verklarende
woordenlijsten, woordenboeken, encyclopedieën en schriftverklarende
werken. Bhai Veer Singh heeft zelf gezorgd voor enkelen van de
hulpmiddelen. Hij corrigeerde en vergrootte de woordenboek van Giani
Hazara Singh genaamd ‘Sri Guru Granth Kosh, oorspronkelijk gepubliceerd
in 1898. De herziene versie, die gepubliceerd was in 1927, was het
bewijs dat Bhai Veer Singh de wetenschap van etymologie (woordafleiding)
en de klassieke en moderne talen beheerste. Hij publiceerde cruciale
uitgaven van sommige van de oude Sikh teksten zoals ‘Sikhan di Bhagat
Mala’ (1912), ‘Prachin Pranth Prakash’ (1914), ‘Puratan Janam Sakhi’
(1926) en ‘Sakhi Pothi’ (1950).
Enorm in
de zin van grootte en wetenschap, was zijn aantekening van Bhai Santokh
Singh’s levenswerk, ‘Sri Gur Pratap Suraj Granth’, gepubliceerd van 1927
tot en met 1935 in veertien volumes met een totaal van 6668 pagina’s.
Overlijden:
Niet lang nadat de ‘Sri Gur Pratap Suraj Granth’ klaar was, begon Bhai
Veer Singh aan een zelfs nog moeilijkere opdracht. Dat was een
gedetailleerde verklaring van de Guru Granth Sahib. In zekere zin was
het verklaren van teksten zijn levenslange beroep. Vroeg in zijn
carričre had hij aantekeningen gemaakt van gedeeltes uit het Heilige
Boek welke hij had gepubliceerd in 1906 onder de titel ‘Panj Granth
Steek’, en zoals hij zelf verklaarde, waren al zijn schriften een
verklaring van de heilige Sikh geschrift. Hij wijdde zich meedogenloos
aan de verklaringen, maar het bleef onvolledig. Een leven van intens had
werken en de druk van de naderende ouderdom toonde uiteindelijk zijn
ware aard. Begin 1957 toonde hij tekens van vermoeidheid en zwakheid.
Hij werd ziek met koorts en stierf in zijn huis in Amritsar op 10 juni
1957. Het deel van de schriftverklaringen van het Heilige Boek, was voor
bijna de helft af en werd na zijn dood gepubliceerd in zeven grote
delen.
"De Guru heeft
mij opdracht gegeven goed te doen, ik ben ontwaakt en heb het
geaccepteerd" - Guru Granth Sahib Ji, pg
485 |